De COVID-19-epidemie, die eind 2019 in China opdook, heeft de wereld in een verbazingwekkend tempo overspoeld en dwong de Europese staten tot de grootste maatschappelijke noodingreep sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog: de lockdown van de bevolking.
Nu de eerste schok en het ongeloof achter de rug zijn, is het noodzakelijk om na te denken over deze keuze en de gevolgen ervan.
Overheidsbeleid is immers niet alleen gebaseerd op « wetenschap » en feitelijke gegevens. Het berust ook op onze prioriteitskeuzes, die voortvloeien uit de nadruk die we expliciet of impliciet op verschillende waarden en belangen leggen. Daarom moeten we, om « slaapwandelen » in de beleidsvorming te vermijden, rekening houden met de gevolgen van de lockdown, van onze exit-strategie en van de maatschappelijke veranderingen op lange termijn die er het gevolg van, op alle gebieden van sociale, psychologische, ethische, politieke en niet alleen economische en medische aard. Naar de toekomst toe is het noodzakelijk om rekening te houden met alle aspecten van de menselijke samenleving bij het organiseren van de exit uit de lockdown en de post-lockdown periode.
Meer dan honderd onderzoekers en onderzoeksters namen deel aan deze denkoefening. Op basis hiervan brengen we, naast algemene overwegingen (de tijd heroveren; inzicht krijgen in de complexiteit, de ‘vloeibare’ samenleving; de economie in dienst stellen van de mens; een humaan management ontwikkelen; samen een wenselijke toekomst bouwen voor jongeren en toekomstige generaties; nieuwe sociale vaardigheden creëren; nadenken over het juiste gebruik van nieuwe technologieën); we formuleren 13 lange termijn-aanbevelingen voor een sociale en humane uitweg uit deze lockdown.
4. Sociale maatregelen, sociale rechten en personen in kwetsbare situaties
Talrijke bestaande ongelijkheden worden door de crisis nog versterkt.
Onder andere:
- Sommige ongelijkheden hebben een onevenredig grote invloed op de werkgelegenheidskansen en de toegang tot de arbeidsmarkt voor mensen met een kwetsbaar werknemersprofiel, of nog, op de toegang tot huisvesting.
- In de gezins- en privésfeer uiten deze ongelijkheden zich in een toename van echtelijk geweld en geweld tegen kinderen.
- Het aangekondigde enorme inkomens- en werkgelegenheidsverlies zal het probleem van de toegang tot huisvesting nog verergeren. Met vervangingsinkomens die bijna allemaal onder de armoedegrens liggen, zal gemeenschappelijk huren voor velen een vitale noodzaak worden. Het statuut van samenwonenden botst echter frontaal met ‘samenhuren’ als nieuwe levenswijze.
- De toegang tot water en energie, die voor veel gezinnen nu al problematisch is, zal door deze inkomensverliezen nog bemoeilijkt worden.
Wij bevelen de oprichting en vervolgens de bestendiging aan van autonomiserende opvangstructuren voor mensen in kwetsbare en precaire situaties.
Meer in het bijzonder pleiten we voor een huurstop voor publieke woningen, en in de privésector, voor de mogelijkheid om de betalingen van de huur en de aflossing van eventueel aangegane leningen over meerdere maanden te spreiden, en dit voor de volledige duur van de crisis.
Wij adviseren de onmiddellijke invoering van de individualisering van sociale rechten, die een einde zal maken aan het statuut van samenwonende. Afgezien van zijn volkomen anachronistische karakter in de context van de actuele levenswijzen, leidt dit statuut tot ultra-intrusieve privacycontrolepraktijken vanwege de RVA en de OCMW’s, en benadeelt het voornamelijk vrouwen. Wij herinneren eraan dat dit statuut door de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties is veroordeeld toen het door de vrouwencommissies werd aanhangig gemaakt.
Wij bevelen de afschaffing van plaatsing van budgetmeters aan in geval van niet-betaling en de eventuele afsluiting afhankelijk te maken van een tussenkomst van de vrederechter, de enige die garant kan zijn staan voor het respect van de rechten en plichten van de betrokken partijen (consumenten, leveranciers en distributienetbeheerders). We pleiten ook voor de versterking van het specifieke sociaal tarief, op federaal en regionaal niveau, in verhouding tot het inkomensniveau en de kwaliteit van de woning.
Wat betreft de goedkeuring van steunmaatregelen voor alle bevolkingsgroepen bevelen wij aan na te gaan of de genomen maatregelen duurzaam en werkelijk inclusief zijn en de reeds bestaande ongelijkheden niet nog verder vergroten.
Carta Academica
13 mei 2020