Charter

Deze tekst is noch een opiniestuk noch een petitie: het is een charter, waardoor de ondertekenaars, academici uit alle Belgische universiteiten, zich engageren om uit hun terughoudendheid te stappen en om actief deel te nemen aan het maatschappelijk debat, uiteraard met respect voor hun individuele vrijheid van denken.

Eén wereld, één universiteit

Sinds dertig jaar leven we in een wereld waar geld volledig de bovenhand heeft en bepalend is in alle beslissingsprocessen. Waarden zoals rechtvaardigheid, democratie en solidariteit, gedragen door onze Westerse democratieën sinds de Tweede Wereldoorlog, hebben nu plaats gemaakt voor een gefinancialiseerde samenleving waar ieder innovatief idee enkel getoetst wordt aan zijn marktwaarde.

Tegelijkertijd zijn we getuige van een drastisch toenemende ongelijkheid, een gedurige erosie van de openbare diensten, een geleidelijke verschuiving van politieke verantwoordelijkheden naar de privésector en een steeds hardere taal naar de zwakkeren onder ons –die steeds talrijker worden.

Daarbij worden onze media beheerst door een discours  dat systematisch angst verspreidt en diegenen afwijst die anders zijn. Hierdoor worden steeds meer mensen verleid door antidemocratische retoriek.

Welke plaats bekleedt de universiteit in deze wereld? Die kan op verschillende manieren ingevuld worden. Of de universiteit wordt gezien als een ivoren toren waar de intellectuele elite zich kan toeleggen op haar taken zonder zich zorgen te hoeven maken over de grillige maatschappelijke omstandigheden. In dit geval blijft de interactie met de maatschappij beperkt tot het eenzijdig communiceren van de binnen de universiteit opgedane kennis. Of de universiteit is een pijler van het maatschappelijk systeem waar ze, via haar privileges en de sociale selectie die zij kan opleggen, een centrale rol krijgt in het normatieve systeem dat de selectie van een economische elite op basis van het diploma bekrachtigt. Hier wordt de interactie tussen maatschappij en universiteit bepaald door de dominantie van de maatschappij over de universiteit, die, in ruil voor deze privileges, een trouwe en onvoorwaardelijke bondgenoot moet blijven.

Men kan echter ook pleiten voor een vrijgevochten universiteit die, vanwege haar intern streven naar excellentie, een kritische blik wil werpen op de maatschappij die haar bestaan mogelijk maakt en garandeert. Als kritisch denken het eerste instrument is van de academici, moeten zij dat ook onvoorwaardelijk toepassen op de samenleving waarin  de universiteit verweven is, en dat ten voordele van alle burgers. De academicus wordt hier de rol van wachter toebedeeld, hij/zij die de horizon bespeurt en de verst verwijderde gevaren identificeert om tot de meest efficiënte en goedkoopste oplossing te komen.

De academicus krijgt hier ook de rol van kaper, die op een flexibele manier vrijheid en dienstverlening aan zijn vorst verenigt. De enige vorst  van de universiteit is de maatschappij  die haar financiert, onder toezicht van een grondwet waarvan het sleutelwoord onafhankelijkheid is.

Wachters en kapers

Wij zijn inderdaad van mening dat de universiteit de meest buitengewone machine is om precedenten te scheppen. Op alle gebieden, van de exacte wetenschappen tot de menswetenschappen via de medische wetenschappen, zou de universiteit er moeten zijn om zekerheden overhoop te gooien, om gewoontes in vraag te stellen en om mentaliteiten te veranderen. Om van het onmogelijke het startpunt te maken van de veranderende wereld, van dromen het ankerpunt van een echte moderniteit en van uitdagingen het hoogtepunt van het humanistisch denken. De universiteit mag geen ivoren toren zijn, maar een thuishaven voor vrijheid van denken en handelen. Een toevluchtsoord dat beschermd blijft van de excessen van het utilitarisme en de korte termijn rendabiliteit. Maar de universiteit kan geen beschermd oord zijn  door zich van de wereld af te sluiten. Zoals de middeleeuwse kerken moet zij een toevluchtsoord zijn voor de vrijheden van iedereen, academici en niet-academici.

Het principe van haar onafhankelijkheid kan worden gedefinieerd zoals Camus zijn engagement definieerde: solitair en solidair. Solitair om haar onontbeerlijke onafhankelijkheid en haar emancipatie ten opzichte van de toenemende druk van het  financieel stelsel te benadrukken. Solidair om te herinneren aan haar sturende rol in de samenleving die haar financiert en haar onafhankelijkheid verleent.

De universiteit die wij verdedigen streeft ook naar uitmuntendheid en diversiteit. Uitmuntendheid verwijst naar het doel om elk van haar leden tot het hoogste niveau te brengen in de ontwikkeling van kritische kennis, deskundigheid en persoonlijke kwaliteiten, door onderzoek, onderwijs en dienstverlening aan de maatschappij – niet te verwarren met  dienstverlening aan de instelling. Maar dit project krijgt pas een ware betekenis als het gevoed wordt door de uitdaging tot  diversiteit, en het een eenzijdige interpretatie van excellentie afzweert. Culturele diversiteit en openheid voor het anders-zijn; epistemologisch en

methodologisch pluralisme; maatschappelijk, ethisch of artistiek engagement en, meer in het algemeen, tolerantie en openheid vormen de kern van dit project.

Met dit charter willen we een logica promoten die haaks staat op de rankings en competitie en samenwerking en emulatie bevordert. Ons doel is om de fundamentele waarden van de democratie te verdedigen; eerst en vooral de waarden van vrijheid, veiligheid en delen. Door onze bevoorrechte positie en onze opleiding genieten wij van een reële macht: die van actie en creatie. Al zijn onderzoek, onderwijs en maatschappelijke dienstverlening onze voornaamste werkterreinen, is het toch nodig hieraan een vierde domein toe te voegen: cultuur, in de breedste zin van het woord, die ons de nodige afstand en de catharsis geeft om het hoofd te bieden aan de uitdagingen en de problemen van de maatschappij.

 We willen ook de volgende assen promoten, versterken en coördineren:

  • Onderzoeken, analyseren, in vraag stellen: zowel door fundamenteel onderzoek, als door toegepast onderzoek of actieonderzoek, is de rol van academici om te verdiepen, te relativeren en de wereld begrijpelijk te maken. De resultaten van dit werk moeten ter beschikking staan van  de gemeenschap, waar ze  bijdragen tot de maatschappelijke actie en de communicatie voeden;
  • In actie treden, ontdekken, ontwikkelen: we weigeren opgesloten te worden in onze specialismen, expertisegebieden en laboratoria. Onze kennis moet omgezet worden in acties, maar ze laat ons ook toe om ons expertise te overstijgen, om deel te nemen aan het publieke debat over de grote uitdagingen waarmee onze maatschappij wordt geconfronteerd.
  • Communiceren, onderwijzen, verspreiden: het engagement van academici krijgt op dit niveau zijn volste betekenis, wanneer kennis, woorden en daden, rechtstreeks of onrechtstreeks, buiten de muren van de universiteit komen. De studenten die wij opleiden worden de actoren van de veranderingen die onze maatschappij dringend nodig heeft. De kennis en vaardigheden die wij hen doorgeven spelen een cruciale rol in de evoluties waarvan onze gemeenschappelijke toekomst afhangt.
  • Waarschuwen, voorstellen: door zijn/haar positie in dit toevluchtsoord van het vrije denken, door de analytische instrumenten die de universiteit ter beschikking stelt en door de expertise die hij/zij kan mobiliseren, bevindt de academicus zich in een bevoorrechte positie om alarm te slaan als de kernwaarden waarop onze maatschappij steunt in het gedrang komen. We denken dat hun functie hen verplicht tot inmenging en tot het formuleren van alternatieve voorstellen.

Deze vier assen vertrekken vanuit de kern van de universiteit om zich open te stellen voor de maatschappij en op haar en samen met haar  een invloed uit te oefenen. Als wachters is het onze plicht te observeren, te analyseren en op een veilige manier met  technieken te experimenteren die vervolgens op grotere schaal kunnen worden toegepast. Als kapers wordt ons bestaan in drie fasen gearticuleerd: in de gesloten ruimte van ons schip, in de confrontatie met uitdagingen en tegenstanders, en in de terugkeer naar de haven voor het verdelen van de buit.

Solidair en solitair

Ieder van ons werd op een of ander moment betrokken in een maatschappelijk debat. Meestal hebben wij alleen gereageerd, ongeacht onze collega’s, soms zelfs geconfronteerd met hun vijandigheid. Het was waarschijnlijk het teken en de garantie van onze vrijheid; maar het is ook de limiet van onze actie.

Door dit charter te ondertekenen, roepen wij op om de krachten te bundelen, te overleggen en ons beter te organiseren, zodat onze individuele inspanningen niet verloren gaan en efficiënter kunnen bijdragen tot de verdediging van onze kernwaarden, dankzij de synergie van onze ideeën en acties. Het gaat er tenslotte om  in herinnering te brengen hoezeer de universiteit in dienst staat van de maatschappij, zonder evenwel onderworpen te zijn aan haar korte termijn doelstellingen. Het belang dat de samenleving zal hechten aan de universiteit zal dan in verhouding staan met de vrijheid en de onafhankelijkheid die zij haar zal hebben  verleend.

Engel Vincent (UCL – Ihecs)

Gevers Michel (UCL – VUB)

Mazzocchetti Jacinthe (UCL)

Moreau Yves (KUL)

Servais Olivier (UCL – USL-B)

Willems Dominique (UGent)